|
||||||||
|
Deze uit Denver afkomstige singer-songwriter groeide op in een arm gezin in het kleine dorpje Bay in de staat Missouri. Op zevenjarige leeftijd begon hij met drummen. Toen Rateliff dertien jaar oud was, overleed zijn vader, Cecil 'Red' Rateliff. Hierna begon Rateliff op de 12-snarige gitaar van zijn moeder te spelen. Zij kocht voor hem een eigen gitaar. Hij luisterde als tiener veel naar een cassettebandje van Led Zeppelin. Door mee te spelen met "When The Levee Breaks" en "Misty Mountain Hop" leerde hij drummen. Nathaniel woonde een tijd in Hermann, waar hij Pope leerde kennen, met wie hij in zijn eerste bandje speelde. De twee verhuisden naar Denver toen Rateliff achttien jaar oud was. In Denver kreeg hij werk als vrachtwagenchauffeur. Hij bleek echter te lijden aan een lichte vorm van narcolepsie (slaapstoornis) en moest daardoor stoppen met deze baan. Hierna leerde hij zichzelf pianospelen en nam hij met behulp van 8 sporencassettes voor het eerst zijn eigen liedjes op. Het door Leonard Cohen geschreven lied "Hallelujah" was het eerste dat Rateliff leerde spelen op de piano. Hij richtte samen met Pope de band 'Born in the Flood' op en in 2007 brachten ze het album "If This Thing Should Spill" uit. Zijn eerste soloplaat, "Desire and Dissolving Men", bracht Rateliff in 2007 in eigen beheer uit als The Wheel en als Nathaniel Rateliff and the Wheel. In 2010 stond Rateliff met Pope en Davis in het voorprogramma van Mumford & Sons, toen zij door Europa toerden. Hun debuutalbum, getiteld "Memory Of Loss (2010)", werd door Rounder Records uitgegeven. De muziek van dit album schreef hij ten tijde van "Desire and Dissolving Men". In 2011 werd het nummer "Shroud" als eerste single hiervan uitgebracht. Hij werd toen veelvuldig vergeleken met Bon Iver en Mumford & Sons. Op het album "Nathaniel Rateliff & The Night Sweats" (2015) gooit Nathaniel het roer echter radicaal om. Het album is uitgebracht op het beroemde soul-label Stax, en de R&B, soul en rock druipen er dan ook van af. Zelfs voor zijn fans komt dit als een volslagen verrassing, maar Rateliff bewijst hier pas echt wat een goede stem hij heeft, waarin de invloeden van Sam Cooke, Sam & Dave en vooral Van Morrison doorklinken. Hij wordt begeleid door een energieke nieuwe band en een lekkere vette blazers-sectie, en het klinkt allemaal alsof het zo live in de studio is opgenomen. Niet verwonderlijk dat een jaar later reeds het livealbum "Live at Red Rocks" (2017) verscheen, opgenomen in hun thuishaven Colorado, in het Red Rocks theater. Het is een album waarop het titelloze debuutalbum bijna volledig te horen is (alleen "I’d Be Waiting" ontbreekt). Voor de fans en zeker voor hen die ze zelf al eens live meemaakten, staat dit voor een soulvol feest. In 2018 verscheen bij het Stax label "Tearing At The Seams" (2018), het tweede studioalbum van Nathaniel Rateliff & The Night Sweats en werd geïnspireerd door de vele dynamische live shows en geschreven tijdens de succesvolle wereldwijde tour van de voorafgaande twee jaar. "Tearing At The Seams" werd geproduceerd door Richard Swift. De vele live shows hebben geleidt tot een superstrakke band die volledig in dienst staat van Rateliff’s voordracht. Dit album is dan ook een uitstekende opvolger die bewijst dat het debuut bepaalt geen toevalstreffer was. Spreken we van Nathaniel Rateliff, dan wordt dat gebruikelijk gevolgd door The Night Sweats. Voor zijn album "And it's Still Allright" (2020) is het dit keer echter niet, want met dit soloalbum keert Nathaniel terug naar zijn vroege akoestische dagen, en laat hij solo een andere kant zien. Een plaat waar persoonlijk leven, leed, bezinning en groei aan ten grondslag ligt. In de periode na zijn vorige albums liep zijn huwelijk na 11 jaar op de klippen en twee jaar geleden verloor hij Richard Swift met wie hij al lang bevriend was en die 2 albums van zijn band the Night Sweats geproduceerd had. Richard Swift werd als kind mishandeld door zijn pluspapa, een Vietnamveteraan. Richard Swift verwerkte dat nooit, en dronk zich in de zomer van 2018 dood. Daarom gaat "And It’s Still Alright" vooral over Richard Swift, en is dit een mooi eerbetoon aan een onderschatte muzikant. Echter, een maand nadat deze plaat verscheen, werd Rateliff's solotour ingekort door de pandemie en bleef hij helemaal alleen achter met het oog op de onzekere tijden na een consequente carrièrebeslissing. Op zijn nieuwste album, het derde studioalbum met zijn band, vindt Rateliff de middelen om vooruit te komen als hij The Night Sweats weer op sleeptouw neemt en Rateliff wederom een versie van zijn kenmerkende upbeat vrolijkheid brengt, terwijl hij een verhoogd niveau van emotionele angst en groove te pakken heeft. Nadat Rateliff eerder een stijl had omarmd die vooral grensde aan akoestische country en liefdesliedjes, horen we nu met een meer energieke vibe via de herintroductie van The Night Sweats, een volledige andere aanpak van de songs, zonder ooit te overwegen om terug te kijken naar zijn vroegere muzikale stijlen. De kracht van de volledige band is onmiddellijk, met zijn diepe en weelderige harmonieën, de blazers en slidegitaar te horen in de opener, "The Future", de titeltrack van deze nieuwe plaat. Ondertussen komt Rateliff naar voren met een aanhoudende, ongewoon pezige vocale cadans die zo kenmerkend Dylan is. Ondanks de duidelijke sporen van inspiratie, vestigt "The Future" een cruciaal concept op de plaat: Rateliff kijkt niet achterom. Hij stuurt zijn Dylan-rasp naar een totaal nieuwe dimensie, met een grommend refrein dat zo diep breekt dat je de scheuren in zijn stem kunt voelen. Voor de band is het wel vertrouwd, maar toch compleet nieuw. Al bij al is het een aangename Americana getinte opener die het tempo aangeeft voor de rest van de release. Als een soulvolle rockband geleid door een folk en blues gedreven frontman, is er een onvermijdelijke nostalgie die de band vaak heeft gekozen om te omarmen, vooral op hun door Richard Swift geproduceerde tweede plaat, 2018's "Tearing at the Seams". Hun nieuwste album toont echter een meesterschap van het genre dat hun meest retro klinkende gevoeligheden in nieuwe richtingen duwt. Een vroege indicatie van het groeiende soulgeluid van de band kwam met de single "Survivor", die een verschroeiend bluesriff verandert in een onwaarschijnlijke funky dancetrack. "Face Down In The Moment" is een eenvoudig nummer met een eenvoudige instrumentatie, maar met een ijzersterk sentiment over het proberen los te laten wanneer je echt denkt dat je dat niet kan of moet. Met "Something Ain't Right" is het n het eerste derde deel van het album duidelijk dat Rateliff meer dan gelukkig is om de toon van het album in een handomdraai te veranderen en het elke keer weer te laten werken. Op elk album levert de band minstens één of twee nummers af die klinken als opgegraven composities te zijn van hun label, het legendarische Stax Records uit Memphis, ze maken hier geen uitzondering, want een nummer als "Love Me Till I'm Gone" past goed in het straatje van Stax met zijn in dromen gedrenkte melodie en een opzwepende vocale prestatie van Rateliff. Verder waagt hij zich aan het soulvolle en gewillig afwijkende "Baby I Got Your Number", en het van vragen vervulde "What If I", nog zo'n nummer dat een koor inschakelt om de achtergrondzang te verzorgen, terwijl Rateliff's vocalen opnieuw de ruimte krijgen om de leiding te nemen. Als "The Future" aan zijn laatste vier nummers begint, krijg je het gevoel dat, hoewel het album tot nu toe solide is en tot Ratelif'fs beste werk tot nu toe behoort, het nog niet zijn hoogtepunt heeft bereikt en dat het wel eens klaar zou kunnen zijn om een paar echte kwaliteitsmomenten te ontketenen. En ontketenen doet het dan ook met "I'm On Your Side", een anders zo serieuze song die swingt dankzij drummer Patrick Meese's mix van zware en losse percussie en de opzwepende hooks van de feel goed blazerssectie, waar Rateliff en The Night Sweats hun sound op hebben gebouwd. De bombastische afsluiter van het album is de uitbundige en regelrechte hit "Love Don't", een nummer dat de kenmerken heeft van alle beste momenten van Motown en heerlijk uit de bocht vliegt als de band volledig los gaat. De juiste keuzes voor de toekomst zijn niet altijd duidelijk voor de frontman, en hij zinspeelt regelmatig op zijn vertroebelde visie. "Maybe it's harder to see when you cannot believe / When only half of the cards are shown" suggereert Rateliff op "What If I". Die onzekerheid stelt hij opnieuw aan de orde als hij het refrein afsluit met: "Maybe as time goes on together, we'll learn how to grow". Dat onderliggende optimisme vat de onverzettelijke, positieve aantrekkingskracht van Nathaniel Rateliff & The Night Sweats samen, omdat ze zelf de filosofie omarmen om op elkaar te vertrouwen om vooruit te komen in de tijd. Uiteindelijk laat de band op dit album een grotere artistieke diepte zien, terwijl het er ook op lijkt dat Rateliff's eigen creatieve zoektocht tijdens zijn solooptredens bevredigd wordt. Wanneer de huidige staat van de wereld te veel vraagt, is het beste om samen de toekomst tegemoet te treden. "The Future" is gewoon een ongelooflijk plezierige luisterervaring van begin tot eind. In dit late stadium van wat een tumultueuze twee jaar is geweest, is de timing van een feel good album als deze plaat een goed voorteken, voor de toekomst. Luister ernaar en geniet ervan!
|